Actueel filemelding in Nederland
Er zijn op dit moment geen filemeldingen. Bron: routeradar.nlAnimatie snelheden Nederlandse snelwegen
Bovenstaand beeld toont de snelheden op de snelwegen (A wegen) en N wegen in Nederland. De data wordt iedere 5 minuten in een overzicht gezet en achter elkaar gezet. Op deze manier kunt u de ontwikkeling zien van de snelheid op de Nederlandse snelwegen
Wilt u weten of Rijkswaterstaat al met haar zoutstrooiers op pad is? Bekijk dan de online ‘strooikaart’ op Rijkswaterstaatstrooit.nl. Ook wordt per regio aangegeven waar de strooiwagens de afgelopen 6 uur gestrooid hebben.
Een gladheidmeldsysteem waarschuwt automatisch wanneer er kans op gladheid ontstaat. Op basis van die informatie besluit Rijkswaterstaat of ze moeten strooien.
De volgende weersfactoren hebben invloed op het verkeer:
Windsnelheid en windrichting
Als de windkracht meer dan 5 Beaufort is wordt de wind hinderlijk voor het verkeer. Fietsers, bromfietsers en motorrijders kunnen van hun rijrichting worden afgeweken vooral wanneer de windrichting haaks op de rijweg staat. Bij een harde wind meer dan 7 Bft moeten ook bestuurders van auto's en vrachtauto's op hun hoede zijn. De bestuurder zal bij een haakse wind op de weg voortdurend met het stuur moeten corrigeren. Wegen die vrij liggen van allerlei obstakels zijn echte windvangers. Dijken en lange bruggen zijn daar goede voorbeelden van.
Van belang is ook de toestand van het wegdek op dat moment. Een behoorlijk nat wegdek met plassen erop maar zeker ook een gladde weg zorgt ervoor dat de banden minder grip kunnen houden. Het voertuig heeft minder contact met de weg en zal gemakkelijker door de sterke wind van de weg geblazen kunnen worden. Harde wind en een glad wegdek kunnen zodoende een levensgevaarlijke combinatie vormen.
Ook windvlagen zijn belangrijk. Tijdens of in de buurt van matige of zware regen- of onweersbuien kan de wind plotseling toenemen en uitschieten in zware of zeer zware windstoten.
Mist
Zicht op de weg is belangrijk daar dit de afstand bepaalt waarover de weggebruiker het verkeer kan overzien. Het zicht kan negatief worden beïnvloed door voornamelijk mist en tijdens matige of zware neerslag. Ook kan van het wegdek opspattend stuifwater door o.a. vrachtauto's het zicht soms verminderen wat het uitzicht op de weg kan verkleinen. Bij mist kan het echt gevaarlijk worden zodra er sprake is van een zicht beneden de 200 m (dichte mist). Mistbanken kunnen binnen een minuut het wegdek optrekken en zo het zicht van het ene op het andere moment veranderen.
Neerslag
Veel neerslag op een wegdek veroorzaakt een film van een dun laagje water. Banden die met grote snelheid hierover heen rijden worden dikwijls iets van de weg opgetild waardoor het voertuig tijdelijk minder goed bestuurbaar kan worden. Dit noemt men aquaplaning en kan zeer gevaarlijk zijn wanneer u met vrij hoge snelheid rijdt en hier niet op bedacht bent. Je kunt het gedrag van de auto dan vergelijken met een auto die op het ijs vooruit probeert te komen en telkens iets van z'n koers verandert en gedeeltelijk wegslipt.
In het algemeen genomen verslechtert de grip op de weg wanneer deze nat is en vooral wanneer deze bedekt is met ijs of sneeuw. IJs kan ontstaan wanneer een vochtig of nat wegdek door vorst vlak boven of aan de grond bevroren raakt. De normale temperatuur hoeft dan niet altijd beneden het vriespunt zijn gedaald. Hou daarom als veiligheid aan dat wanneer bij een heldere avond of nacht de temperatuur beneden de 5 graden zakt er een kans is van vorst net op het wegdek en de weg glad kan worden zeker wanneer er kort daarvoor regen is gevallen. Bij temperaturen net rond het vriespunt kan onderkoelde neerslag vallen (ijzel) die in een mum van tijd de rijweg spiegelglad maakt en de weggebruiker behoorlijk kan verrassen. Ook na een lange vorstperiode zit er nog langere tijd de vorst in en onder het wegdek waardoor wegen ook bij temperaturen boven nul 's avonds en 's nachts glad kunnen worden.
Bij het gedeelte over Mist wordt al aangegeven dat vooral matige of zware neerslag het zicht behoorlijk kan reduceren. Dat geldt met name voor sneeuw. Motregendruppeltjes vallen vrij dicht opeen en zijn in staat het zicht te beinvloeden. Ook slagregen, een combinatie van zware regenval en windstoten die vooral tijdens zware buien voor kan komen, reduceert het horizontale zicht soms tot nul.
Gladheid
Het meest verradelijke is gladheid die niet ontstaat door toedoen van gevallen neerslag. Wanneer er weinig of geen bewolking aanwezig is en bovendien de wind vrij zwak is, kan de lucht vlak boven het aardoppervlak sterk afkoelen. Zodra de temperatuur beneden de 4 of 5 graden zakt wordt het oppassen. De temperatuur die op 10 cm boven de grond wordt gemeten ligt dikwijls 2 tot 5 graden beneden de normale temperatuur. Gevolg is dat bij een verdere temperatuurdaling aan de grond de temperatuur het eerst onder het vriespunt zal zakken. Daar kan het dus al vriezen terwijl op de normale waarnemingshoogte van 1.50 m het kwik nog steeds ruim boven nul is. Zeker een natte weg kan vervolgens gaan bevriezen zeker op beschutte delen, bijv. onder viaducten en tunnels. Mist en zware nevel kan neerslaan op een koud wegdek waarna het kan bevriezen. Soms is dat al te zien aan de rijpaanslag aan bomen of struiken of op uw autoruiten. De ruiten 's ochtends moeten krabben geeft vaak al een goede waarschuwing voor je de weg opgaat. IJzel, hagel en sneeuw maken de wegen vrij snel glad. Sneeuw wordt een zeer gladde ijslaag als deze door veel verkeer is platgereden. IJzel is verradelijk omdat dit een doorzichtig ijslaagje op de rijweg creëert en dit kun je niet altijd goed zien. Dooi-aanvallen gaan vaak met ijzel vergezeld.