Meteo Delfzijl

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief


Op het verkeerde been.

Delfzijl, 6.12.07

Hoewel het bijna altijd een handig hulpmiddel is om te kijken of de regen “er al aan komt”, kunnen regenradarbeelden je ook gemakkelijk op het verkeerde been zetten. Afgelopen dinsdag was er weer eens een situatie waarbij waarschijnlijk veel bezoekers van de radarbeelden op deze website dachten: “ik zie neerslag boven mijn hoofd afgebeeld, maar er valt niets!” Deze donderdag was het een stuk duidelijker.

Afgelopen dinsdag dus niet. Vroeg in de ochtend was het aanvankelijk nog wel duidelijk. Verspreid over het land, met uitzondering van het zuidwesten, vielen regenbuien. Deze waren ook goed op de radarbeelden te herkennen als losse vlekjes die van noordwest naar zuidoost over het scherm bewogen.

Dinsdag 10 uur Nederlandse tijd. De beelden van de neerslagradar gecombineerd met de waarnemingen aan de grond. Buitjes die eerder die ochtend op meer plaatsen voor regen zorgden, bevinden zich in het noorden respectievelijk in het zuidoosten (op een smalle lijn die loopt van de provincie Utrecht tot over het noorden van Limburg). De rest van de door de radarbeelden weergegeven neerslag, behorende bij een warmtefront ten westen van ons, haalt (vrijwel) nergens de grond. Deze radarbeelden zullen waarschijnlijk veel mensen op het verkeerde been hebben gezet. Ter vergelijking is de radar van de DWD uit Emden er ook even bijgezet.

De zone met in zuidoostelijke richting bewegende buien als geheel, trok daarbij steeds verder naar het oosten om aan het begin van de middag alleen lokaal in de aan Duitsland grenzende provincies nog een bui genereren. Nog steeds waren deze lokale buitjes goed te zien op de radarbeelden.

Om 14.00 uur waren de buitjes uit het oosten weggetrokken en regende het, op een zeer lokale drup na, nergens. De bijbehorende radarbeelden geven toch nét een andere, nattere, indruk. Ook weer even de radar van de DWD erbij gezet. Toch wel wat verschil.

Wat ook goed te zien was, maar aanvankelijk voor veel bezoekers van de regenradar waarschijnlijk verwarrend werkte, was de neerslag die over delen van het westen en zuiden van het land leek te schuiven. Toch was het in die gebieden aan de grond (na de buitjes) nog lange tijd vrijwel overal droog. Hoe kan dit?

In bepaalde atmosferische omstandigheden zijn er valse radarecho’s te zien, maar daar lag het niet aan. Dat was dinsdag niet het geval. De radarecho’s reflecteerden namelijk daadwerkelijk uit de wolken vallende neerslag. Wat was dan wel geval? De neerslag bereikte de grond niet omdat ze onderweg verdampte. Een situatie die een stuk vaker voorkomt dan je op het eerste gezicht misschien zou denken.

In feite verdampt altijd een deel van de neerslag voordat ze de grond bereikt. De lucht waar de sneeuwvlokken/ regendruppels doorheen vallen, neemt namelijk een deel van het vocht in zich op. Soms zijn de druppels/ vlokken zo klein, dan wel neemt de lucht zoveel vocht op, dat er van de neerslag niets meer overblijft tegen de tijd dat ze de grond zou hebben bereikt.

Is er een situatie aan te geven wanneer dit bij voorkeur vaak voorkomt? Ja. Sterker nog: dé nummer-1-favoriete situatie waarin de radar neerslag laat zien, terwijl deze de grond niet haalt, komt voor bij het binnentrekken van een zogenaamd ‘warmtefront’. Aanwezige relatief koele en/of droge lucht wordt hierbij vervangen door warmere en/of vochtigere lucht.

De bewolking van een warmtefront schuift vaak al honderden kilometers voor de eigenlijke passage van het front over. Dat gebeurt allereerst op grote hoogte met dunne schermen sluierbewolking (Cirrus) die steeds dikker worden. Uit deze wolken kan soms al een beetje neerslag vallen. Deze neerslag bereikt de grond even wel alleen in zeer extreme omstandigheden.

Doordat de wolkenlaag dan nog niet dik genoeg is opgebouwd, zijn de sneeuwvlokken (want dat zijn de regendruppels aanvankelijk aan het begin van hun weg omlaag) nog vrij klein. Bovendien is de afstand tot het aardoppervlak zeer groot (7 tot 11 kilometer). Hierdoor heeft het relatief kleine neerslagdeeltje dat dus relatief weinig vocht behelst, een relatief lange weg door de lucht af te leggen. Op deze lange weg krijgt het alle tijd te verdampen.

Nadat de hoge bewolking (veelal cirrus) is binnenschoven drijft er ook middelbare bewolking over (op 3 tot 6 kilometer hoogte). Het pak bewolking wordt dikker en de neerslagdeeltjes die eruit vallen daardoor groter. Ten tweede wordt ook de afstand die de neerslagdeeltjes af moeten leggen voordat ze het aardoppervlak bereiken kleiner, waardoor ze minder tijd hebben te verdampen. De kans dat de neerslag de grond bereikt wordt alweer een stuk groter.

Wanneer bewolking op lagere hoogten binnenschuift raakt de neerslag die je op de radarbeelden ziet, zeker de grond. De luchten zijn dan niet alleen bewolkt, maar ook echt grijs en grauw. Het pak bewolking is vele kilometers dik geworden en maakt het donker. De neerslagdeeltjes die uit de wolken vallen, zijn weer iets groter en de afstand tot het aardoppervlak nog een stuk kleiner.

Terugkijkend op het hele proces, zie je dus vaak dat bij het binnentrekken van de neerslagzones behorende bij een warmtefront, de eerste radarecho’s vaak neerslag laten zien die de grond helemaal niet bereikt. Pas later wordt de bewolking dik genoeg en hangt deze laag genoeg, om het ook daadwerkelijk aan de grond te laten regenen.

Soms is ook van het omgekeerde sprake: er zijn geen radarecho’s te zien en toch valt er regen. Dit komt bij voorkeur áchter een warmtefront voor. In deze zogenaamde ‘warme sector’ blijft de lucht heel vochtig en komt er veel bewolking voor. De meeste wolken hangen daarbij laag: in de onderste paar honderd meter van de atmosfeer. Deze wolken kunnen soms net wat miezerregen produceren die niet op de regenradar zichtbaar is. Daarbij kan het soms urenlang miezeren.

Tot slot gaan we nog even naar deze donderdag. Toen was er overdag namelijk ook sprake van het binnentrekken van een warmtefront. Door de grote activiteit van het front raakte de neerslag die op de radar te zien was, wél meteen de grond. De druppels waren relatief groot en bovendien reikte de bewolking al snel tot tussen 50 en 150 meter boven het aardoppervlak. Hierdoor verdampte maar een klein deel van de neerslag en werd het, precies in lijn met wat je op basis van de neerslagradar kon zien, al meteen nat. Er zal dan aanvankelijk ook niemand op het verkeerde been zijn gezet door het bekijken van de regenradar.

Donderdag trok een veel actiever warmtefront binnen, waardoor de voorste neerslag al wél meteen de grond bereikte. Het plaatje van 12.00 uur Nederlandse tijd. Weinig verwarring mogelijk dus op de donderdag. Tenminste aanvankelijk...... En ja de DWD is er ook weer bij...

Later op de dag veranderde dat echter. Ná het passeren van het warmtefront was een mooi voorbeeld te zien van regenval zónder dat de radarbeelden aangaven dat het regende.

Want nadat het warmtefront met soms plensregens in de loop van de middag weggetrokken was, léék het wel droog als je naar de radarbeelden zou kijken. Maar in werkelijkheid miezerde het en was het dus nog steeds nat. Het plaatje van 17.00 uur Nederlandse tijd. En zie daar. Het vergelijkend warenonderzoek bewijst het. Emden geeft nog steeds neerslag. Het KNMI laat het afweten.

Overigens zijn er, zoals al eerder aangekondigd, flinke hoeveelheden regen gevallen. Landelijk zulke grote hoeveelheden regen zijn in de meteorologische winter geen dagelijkse kost. Een bijzondere situatie dus.

Bronnen: www.weer.nl, www.niederschlagsradar.de, Meteo Delfzijl.