Meteo Delfzijl

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief

Delfzijl, 6-5-2021

De IJsheiligen komen eraan en in de volksweerkunde staan zij voor het laatste moment in het jaar waarop het op normale waarnemingshoogte nog tot vorst kan komen. Daarna vriest het nog weleens aan de grond, zo wil het verhaal, maar blijft vorst in de weerhut in grote lijnen uit. Is dit ook echt zo, vroegen we ons bij Weer.nl af. Op basis van de data van alle officiële waarnemingsstations in Nederland zijn we aan het rekenen geslagen.

De IJsheiligen zijn de naamdagen van 4 katholieke heiligen. Ze vallen van 11 tot en met 14 mei. Het gaat om Sint-Mamertus (11 mei), Sint-Pancratius (12 mei), Sint-Servatius van Maastricht (13 mei) en Sint-Bonifatius van Tarsus (14 mei). Soms hoort ook Sint-Sophia van Rome (15 mei) erbij. De IJsheiligen vormen één van de oudste en bekendste begrippen uit de Volksweerkunde, niet alleen in maar ook buiten Nederland.

Houdt de vorst zich aan de IJsheiligen?

Maar hoe zit het nu echt met die vorst? Houdt de laatste vorstdag zich ook tegenwoordig nog aan het schema van de IJsheiligen? In De Bilt was aan het begin van de vorige eeuw 1 mei gemiddeld de laatste vorstdag in de lente. Die datum werd daarna halverwege de vorige eeuw enkele dagen vervroegd naar 27 april, maar bleef tot de jaren ’90 vervolgens nagenoeg gelijk. Dertig jaar geleden was de normaal voor de laatste vorstdag in De Bilt nog steeds 25 april.

Daarna kwam de klimaatverandering en zien we in De Bilt een snelle verdere vervroeging van de laatste vorst van het winterseizoen naar 16 april, maar die vervroeging is de afgelopen 10 jaar weer gestagneerd. Dat is heel interessant en mogelijk speelt de toegenomen droogte in het voorjaar hier een rol in. Met minder vocht in de bodem wordt het tijdens heldere nachten gemakkelijker koud en overdag in de felle zon juist sneller warm.

De IJsheiligen zitten goed op hun plek

Nog interessanter is het om te kijken naar de andere weerstations van het KNMI. Wat is normaal de laatste datum in de lente dat het ergens in Nederland nog vriest? Zo’n 100 jaar geleden lag deze datum op 22 mei. Ook hier zien we een vervroeging plaatsvinden. Halverwege de vorige eeuw was de laatste vorst ergens in ons land 10 dagen vervroegd naar 12 mei, om vervolgens weer te stagneren. Mogelijk heeft ook de verstedelijking van ons land hiermee te maken.

Het grappige is dat de gemiddeld laatste vorst in ons land, in de periode tussen 1931 en 2000, precies gelijk valt met de IJsheiligen. Hier klopte de Volksweerkunde dus als een bus! De stagnatie duurde tot de jaren ’90. Daarna verschoof de datum nog weer 6 dagen naar voren, naar 7 of 8 mei, maar zien we nu eveneens een stagnatie.

Hoe gaat het verder?

De vraag is nu hoe het verdergaat? Zorgt de klimaatverandering er in de vorm van verder toenemende droogte in het voorjaar straks voor dat de datum van de laatste vorst weer wat naar achteren schuift? De signalen zijn wat dit betreft tegenstrijdig. In het westen van Nederland is datum waarop de laatste vorst gemiddeld valt de afgelopen 10 jaar verder naar voren geschoven, maar dat is ook het gebied dat het minst van de droogte te lijden heeft gehad. In het midden (zoals De Bilt) is de datum gelijk gebleven, maar op sommige weerstations in het noordoosten, oosten en zuiden is de datum van de laatste vorst inderdaad weer enkele dagen naar achteren geschoven. Zoals op de vliegbasis Twenthe, van 28 april naar 1 mei en Gilze-Rijen van 21 april naar 26 april. Het is nog te vroeg om van een trend te kunnen spreken, maar zeker opvallend en daarom noemen we het nu toch even.

Landelijk, over alle weerstations, is nog geen verschuiving naar achteren te zien. Maar de stagnatie alleen, is al bijzonder te noemen, omdat de gemiddelde temperatuur in het voorjaar in 30 jaar tijd 1,5 graden is gestegen. De natuur loopt tegenwoordig 2 tot 3 weken eerder uit dan 30 jaar geleden. Tegelijkertijd valt de laatste vorstdag landelijk slechts 6 dagen eerder dan 30 jaar geleden. Dit is een recept voor toenemende vorstschade en ook die zien we vaker.

Bron: weer.nl