Meteo Delfzijl

Ster inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactiefSter inactief

Delfzijl, 16 juni 2024

La Niña is een klimaatpatroon in de Stille Oceaan nabij de evenaar en is de tegenhanger van El Niño. Het verpest met name in het Pacifisch gebied vaak het weer. La Niña treedt meestal op na een El Niño-fase.

lanina elnino enso pacific stille oceaan zeewater weer

Wat is het weerfenomeen La Niña?

La Niña beschrijft een temperatuurafwijking voor de Pacifische kust van Zuid-Amerika, waarbij het wateroppervlak in een bepaald deel van de Stille Oceaan ruim een halve graad onder het klimaatgemiddelde ligt. Het water is daar dus kouder dan het langjarig gemiddelde.

Het is daarnaast ook vast te stellen dat er bovengemiddelde luchtdrukverschillen bestaan tussen Indonesië en Zuid-Amerika. De luchtdruk voor de kust van Zuid-Amerika is dan namelijk aanzienlijk hoger dan in Indonesië. Dit onderscheid zorgt ervoor dat de passaatwinden sterker dan normaal van oost naar west waaien. Deze winden compenseren het grote luchtdrukverschil.

De grafiek toont de temperatuurafwijkingen ten opzichte van de gemiddelde watertemperatuur in september 2020.

De grafiek toont de temperatuurafwijkingen ten opzichte van de gemiddelde watertemperatuur in september 2020. De koudwatertong langs de evenaar is duidelijk zichtbaar. - © NOAA Climate.gov.

De veranderde luchtstromen verstoren het weer vooral van Zuid-Amerika tot Zuidoost-Azië en Australië. Hoe dichter mensen bij de equatoriale Stille Oceaan wonen, hoe zwaarder zij worden getroffen.

Voorspelling

De komende maanden vindt er waarschijnlijk een transitie plaats van El Niño naar ENSO-neutraal. In het najaar is er een grote kans dat La Niña terugkeert. ENSO staat voor de El Niño- Southern Oscillation.

De afgelopen La Niña-fase begon in september 2020 en eindigde begin 2023. Voor het eerst deze eeuw heeft het fenomeen het weer in een flink aantal delen van de wereld gedurende drie opeenvolgende jaren beïnvloed. Momenteel

Hoe ontstaat La Niña?

El Niño en La Niña zijn grootschalige verschijnselen in de Pacific nabij de evenaar die in grote delen van de wereld uitwerken. Onderzoekers hebben het mechanisme hierachter nog niet volledig opgehelderd.

Wist je dat?

Het fenomeen La Niña duurt vijf maanden tot een jaar, soms langer.

Wat zeker is, is dat het onderliggende proces in werking treedt wanneer de tropische oceaan en de atmosfeer elkaar beïnvloeden. De oorzaken van deze interacties zijn echter nog geheel begrepen. Dit geldt met name voor de verandering naar een El Niño-fase.

De normale toestand

In jaren waarin er in de Stille Oceaan geen sprake is van een El Niño of La Niña, waaien de passaatwinden vanuit het noordoosten ten noorden van de evenaar en vanuit het zuidoosten ten zuiden ervan. Deze winden duwen het zeewater aan het oppervlak westwaarts weg van de kustlijnen van Zuid-Amerika.

In de ‘normale toestand’ trekken de passaatwinden ook de oceaanstromingen met zich mee.

In de ‘normale toestand’ trekken de passaatwinden ook de oceaanstromingen met zich mee. Ten zuiden van de evenaar wordt de koude Humboldtstroom omgeleid langs de Zuid-Amerikaanse westkust en wordt het de Zuidequatoriale Stroom.

Zo wordt de uit het zuiden komende Humboldtstroom, die koud antarctisch en voedselrijk water transporteert, langs de westkust van Zuid-Amerika naar het noorden gedreven. Ten zuiden van de evenaar wordt de oceaanstroom omgeleid en komt de Zuidequatoriale Stroom tot stand.

Deze constante westwaartse druk betekent dat de zeespiegel in de westelijke Stille Oceaan voor Zuidoost-Azië tot 60 centimeter hoger is dan voor de westkust van Zuid-Amerika.

Het opwellen van ondiep water aan de kusten van Amerika gaat door zolang de passaatwinden met ongeveer dezelfde kracht waaien. Dit koude water van 15 tot 20 graden dringt steeds meer als een koudwatertong in de centrale Stille Oceaan door. Tegelijkertijd verwarmen de zonnestralen het zeewater, terwijl het westwaarts beweegt. Totdat de watermassa’s voor de kust van Zuidoost-Azië uiteindelijk naar een temperatuur van 26 tot 30 graden oplopen.

Dit warme waterlichaam in de westelijke Pacific bereikt een diepte van ongeveer 150 meter en strekt zich uit in een tot een gebied van circa 15° zuider- noorderbreedte. Het warme water oscilleert met de positie van de zon over de evenaar. Het verspreidingspatroon wordt aanzienlijk beïnvloed door de wind.

De warme zee in de westelijke Stille Oceaan zorgt ervoor dat er veel water verdampt en daardoor veel regenwolken ontstaan.

De warme zee in de westelijke Stille Oceaan zorgt ervoor dat er veel water verdampt en daardoor veel regenwolken ontstaan.

Het warme zeewater in Zuidoost-Azië verdampt, stijgt op als warme, vochtige lucht en koelt dan weer af. Wolken laten dan altijd regen achter. Aan de westkust van Zuid-Amerika is het daarentegen erg droog.

De Walkercel boven de Stille Oceaan

Ook de temperatuurverschillen van het water hebben invloed op de sterkte van de drukgebieden. De Walker-circulatie of Walkercel, genoemd naar de meteoroloog Gilbert Walker, speelt hierbij een belangrijke rol. Het wordt veroorzaakt door de verschillen in luchtdruk in de westelijke en centrale Stille Oceaan.

De Walkercel boven de Stille Oceaan in ‘normale jaren’: Er ligt een lagedrukgebied boven de Indonesische archipel en warme, vochtige lucht stijgt op.

De Walkercel boven de Stille Oceaan in ‘normale jaren’: Er ligt een lagedrukgebied boven de Indonesische archipel en warme, vochtige lucht stijgt op. In de hogere luchtlagen stroomt het als drogere lucht oostwaarts om vervolgens te dalen boven de oostelijke Stille Oceaan. Daar wordt er een hoog krachtiger.

In de regel is er een sprake van een stabiel lagedrukgebied boven de westelijke Pacific in het gebied van Zuidoost-Azië en een hogedrukgebied boven de centrale Pacific.

Over het koude water blijft het hoog stabiel, omdat het koudere water de onderste luchtlagen afkoelt en zo grotendeels verhindert dat de lucht stijgt en daalt. Dit komt doordat koude lucht zwaarder en compacter is dan warmere lucht.

In een hogedrukgebied zinken luchtmassa’s sterk.

In een hogedrukgebied zinken luchtmassa’s sterk. De lucht warmt op waardoor er geen condensatie en dus ook geen wolkenvorming kan plaatsvinden. In een laag stijgt de lucht echter, koelt het af en vormen zich wolken.

In Zuidoost-Azië stijgt door de hogere zeewatertemperaturen de warme en vochtige lucht daarentegen voortdurend op. Hierdoor is het lagedrukgebied meer uitgesproken.

Het verschil in luchtdruk tussen de oostelijke Stille Oceaan (hoge luchtdruk) en Zuidoost-Azië (lage luchtdruk) betekent dat luchtmassa’s in de lagere atmosfeer voortdurend naar het westen worden getransporteerd. Hoe groter het luchtdrukverschil, hoe sterker deze westelijke stroming is.

De kusten van Peru en Noord-Chili liggen voornamelijk onder de invloed van een hoog op de oostelijke Stille Oceaan. Daarom is het daar extreem droog.

De kusten van Peru en Noord-Chili liggen voornamelijk onder de invloed van een hoog op de oostelijke Stille Oceaan. Daarom is het daar extreem droog. De Atacama, de droogste van alle woestijnen op aarde buiten de poolgebieden, is één van de woestijnen aan de Pacifische kust.

Op grote hoogte stroomt de lucht dan rechtstreeks naar het oosten. De lucht zakt uiteindelijk weer boven het Zuid-Amerikaanse continent en voert terug naar het westen. Aangezien de vochtigheid al vrijkomt bij hevige regenval boven Zuidoost-Azië, is de lucht die aan de westkant van Zuid-Amerika naar beneden daalt droog.

Dit is wat er gebeurt tijdens La Niña

El Niño wordt meestal gevolgd door La Niña. La Niña komt gemiddeld elke drie tot vier jaar voor, maar hoeft niet direct op een El Niño te volgen.

Dit klimaatpatroon gaat uiteindelijk over toegenomen normale omstandigheden. De toch al lage zeewatertemperaturen in de oostelijke en centrale Stille Oceaan dalen nog verder als gevolg van het stijgende koude diepe water. Tegelijkertijd blijven de zeeoppervlaktetemperaturen in de westelijke Stille Oceaan stijgen.

In La Niña-jaren waait de passaatwind krachtiger dan normaal.

In La Niña-jaren waait de passaatwind krachtiger dan normaal. Dit betekent dat ze meer oppervlaktewater naar het westen drijven, dat onderweg snel opwarmt.

Nog belangrijker voor La Niña is het toenemende verschil in luchtdruk. De luchtdruk boven de Indonesische archipel blijft afnemen, terwijl de luchtdruk boven de centrale Stille Oceaan blijft toenemen. Hierdoor wordt de passaatwind sterker. Ze duwen het warme oppervlaktewater van de Stille Oceaan steeds verder Zuidoost-Azië in. Het waterverlies aan de Amerikaanse kusten zorgt ervoor dat nog meer koud, diep water omhoog komt. Langs de evenaar vormt zich een prominente koudwatertong. De watertemperaturen in de centrale en oostelijke tropische Stille Oceaan dalen ruim onder het langetermijngemiddelde.

Deze tong van koud water strekt zich door de sterke passaatwinden ver naar het westen uit. Kouder water vertraagt ​​de convectie en wolkenvorming, maar sterke zonnestraling verwarmt het water in de centrale Stille Oceaan. Dit zal naar het westen worden geduwd naarmate het warmer wordt.

Het warme zeewater rond Indonesië en Noord-Australië breidt zich uit tijdens La Niña. Dit leidt tot meer verdamping en dus meer regenwolken.

Het warme zeewater rond Indonesië en Noord-Australië breidt zich uit tijdens La Niña. Dit leidt tot meer verdamping en dus meer regenwolken.

In Zuidoost-Azië stijgt nog meer warme en vochtige lucht dan gebruikelijk boven de hogere zeeoppervlaktetemperaturen, waardoor het lagedrukgebied duidelijker aanwezig is. De hevige regenval koelt geleidelijk het water in Zuidoost-Azië en voor de kust van Noord-Australië af.

Het verschil in temperatuur van het zeeoppervlak tussen de oostelijke en westelijke Stille Oceaan kan meer dan tien graden bedragen. Dit betekent ook dat het grote luchtdrukverschil behouden blijft en de Walker-circulatie dus nog meer uitgesproken is.

Wat is het verschil met El Niño?

El Niño en La Niña zijn geen plotselinge gebeurtenissen; ze hebben een wisselwerking met de atmosfeer. De steeds groter wordende hoeveelheid warm water in de tropen bouwt zich op vóór een El Niño. Tijdens een El Niño stroomt deze plas warm water over en stroomt het water langzaam terug naar het oosten. Het verspreidt zich ook naar het zuiden en noorden en wordt tegelijkertijd gedolven in de westelijke Stille Oceaan.

Het begin van de toegenomen verdamping in de tropische gebieden koelt de oceanen af. Zodra wolken zich vormen, geven ze overtollige warmte af, die wordt overgebracht naar de middelste en bovenste troposfeer.

Welke invloed heeft La Niña?

In een La Niña-jaar wordt de normale toestand van de Walker-circulatie over de Stille Oceaan versterkt.

In een La Niña-jaar wordt de normale toestand van de Walker-circulatie over de Stille Oceaan versterkt. Dit zorgt ervoor dat de watertemperatuur in de westelijke Stille Oceaan hoger is dan het langetermijngemiddelde. Dit betekent dat het meer kan regenen dan normaal.

Grofweg gesproken is de Stille Oceaan als een rusteloze badkuip waarin het warmere water soms naar het westen en soms naar het oosten stroomt. Dit heeft invloed op de verdampingssnelheid van het Pacifische water, omdat het hier sneller en daar langzamer verdampt. Dit beïnvloedt op zijn beurt de atmosferische circulatie, vooral in de Stille Oceaan. De mate waarin de kracht en het traject van de jetstream worden verstoord, is nog niet opgehelderd. Er zijn onderzoeken naar, maar die spreken elkaar tegen.

In het geval van La Niña bevindt het warmere water zich in de westelijke Stille Oceaan. Dit zet een keten van atmosferische processen in beweging die niet alleen de Stille Oceaan, maar ook in andere delen van de wereld uitwerken.

Over het geheel genomen zijn de effecten van La Niña echter niet zo sterk als die van El Niño. De regio's die grenzen aan de Stille Oceaan worden het meest direct getroffen.

Equatoriaal-Pacifische regio

Met La Niña neemt het risico op zware stormen aanzienlijk toe. Er vormen zich machtige cumulonimbuswolken die uitmonden in hevige regenval boven Zuidoost-Azië en Noord- en Oost-Australië.

De wolkentorens die tot aan de tropopauze reiken, geven tijdens condensatie overtollig warmte af. Dit verspreidt zich naar het oosten en westen en naar de polen in de hogere troposfeer. Het warmere water bevordert ook de ontwikkeling van tropische stormen of tyfonen.

La Niña heeft ook invloed op het weer in andere delen van de wereld.

La Niña heeft ook invloed op het weer in andere delen van de wereld. Volgens verschillende onderzoeken lijkt Europa buiten beschouwing te worden gelaten.

In het toch al droge kustgebied van Zuid-Amerika wordt het echter nog droger dan normaal. De droge fasen kunnen zich uitbreiden naar Chili en Argentinië, omdat er meer lucht uit de bovenste lagen zakt en zo de vorming van lagedrukgebieden voorkomt.

Kan La Niña het weer in Europa beïnvloeden?

In Oost-Azië wordt tijdens La Niña-fasen meer warmte naar de hogere atmosfeer getransporteerd. Dit verspreidt zich naar de polen, wat ook de sterkte en locatie van de poolwervel kan beïnvloeden. Gepubliceerde studies beschrijven dit proces van verstoorde circulatie in de atmosfeer, dat het weer in Europa kan beïnvloeden.

Er zijn echter verschillende meningen over hoe La Niña op het weer in Europa uitwerkt. Sommige wetenschappers geloven dat La Niña koude, sneeuwrijke winters in Noord-Europa veroorzaakt. Maar in sommige La Niña-jaren waren de winters noch koud, noch sneeuwachtig.

Bron: Weerenradar.nl